woensdag 9 januari 2008

Mulu en Bandar Seri Begawan-Brunei

Hi!

Miri was de (we geven het toe) redelijk magere proloog van ons Borneo-boek, maar dit is het eerste hoofdstuk van ons echte verhaal. Het verhaal van twee zwetende mensen te midden van een magistraal stukje natuur, vol unieke fauna& flora en hier en daar een bijzondere local.


Mulu is een onmetelijk groot nationaal park dat vooral uit jungle bestaat, maar ook enkele bijzondere grotten herbergt. Die grotten hebben we op dag 1 en in de voormiddag van dag 2 bezocht. Mooi, maar niet onvergetelijk. Het coolste waren de miljoenen vleermuizen die bij valavond uit de Deer Cave kwamen gevlogen. Een redelijk surrealistisch zicht!
En dan begon het echt... Een 8 km lange wandeling naar Camp 5, de uitvalsbasis (heel basic: slapen op een matje, koude douches en zelf je potje koken) om de berg te beklimmen vanwaar je uitzicht hebt op de zogenaamde Pinnacles, prachtige limestone-rotsformaties.
Aan die beklimming begonnen we, samen met onze gids Siria (wat een wijf! Echt waar, zo'n slimme, lieve, sterke en boeiende vrouw!) en een Tjechisch koppel (een advocaat en een doctoraatsstudente genetica), om 5u45 de volgende morgen (in het donker maar met koplamp). Drie uur onwaarschijnlijk afzien later stonden we op de top, in de volle zon, van het mooie uitsicht te genieten. Niet zonder enige trots, want de tocht naar boven was- zonder overdrijven- waanzinnig zwaar. Ook al is het maar 2.4 km. Stijl, glad en naar het eind toe heel technisch (met koorden en ladders) en zelfs een beetje gevaarlijk (een stapje te veel naar links of rechts en je ligt plots heel wat dieper!).
Toch was de afdaling zo mogelijk nog helser en nog gevaarlijker (had echt schrik op sommige momenten!) Meer dan vier uur hebben we erover gedaan en het heeft mij letterlijk bloed, zweet en tranen gekost. Hopeloos veel keer tegen de grond gegaan en bij de laatste keer zelfs keihard met mijn knie tegen een rots gebotst. En mocht je nu denken dat ik kleinzerig ben... het bloedde zelfs door mijn broek door!:-)

Enfin, na die twee dagen van fysiek leed, honger en andere ontberingen hebben we onszelf op (bescheiden) decadente wijze beloond met een overnachting in het Royal Mulu resort. Een luxueus mini-dorp op palen dat niet meteen ongecontesteerd is in de regio.
De eigenaar is een hoge pief uit de regering en hij heeft het stuk grond waarop het hotel staat, zonder toestemming en tegen een belachelijk lage prijs 'overgenomen' van de lokale stammen. Een daad die nog altijd zeer diep zit bij die locals. Zo diep zelfs dat de park-rangers niet eens een taxi willen bestellen die je naar daar voert. Toch won de combinatie zwembad- Balinese massage- ontbijtbuffet- kamer met airco het van deze ethische bezwaren. Zonder al te veel schuldgevoel hebben we een middag en een nacht intens genoten. Sorry daarvoor!;-)
Al moet gezegd worden dat de 'restaurant-animatie' niet echt ons ding was. Het bleek Rami Rami Night te zijn en dus werden we tijdens het avondeten getrakteerd op een optreden van het hotelpersoneel... eentje in ware Jetair varieteshow-stijl! Zowel de mannen als de vrouwen hadden zich in stammen-klederdracht gehuld en voerden allerlei (waarschijnlijk) traditionele dansen uit. Met die act hadden ze ooit de (ongetwijfeld gerenomeerde) interhotel-competitie gewonnen, maar wij waren helaas niet onder de indruk. Ronduit hilarisch was het eerder en de luide muziek en het krijgergekrijs en -gestamp werkten ook niet bepaald eetlustbevorderend!:-)
Vanochtend dan weer in alle vroegte naar het lokale vliegveld. Een luchthaven naar mijn hart. Eentje zoals er meer zouden moeten zijn: 1 X-ray bagage-machine (waar alleen je grote bagage door moet), 1 loket (waar de tickets nog met de hand uitgeschreven worden) en 1 gate (zijnde een deur waarlangs je rechtstreeks het tarmac oploopt om dan in je vliegtuig te stappen).
Na amper een half uurtje in de lucht waren we terug in Miri en daar stond een chauffeur (die we via het guesthouse geregeld hadden) ons op te wachten. De man sprak amper twee woorden Engels, was vrijwel constant aan het bellen (wat een afschuwelijk beltoontje!), maar hij bracht ons in drie uur tijd en na onnoemelijk veel bizarre tussenstops (ben er zeker van dat ie er nog een of ander louche handeltje op nahield!) naar onze bestemming: Brunei. Een steenrijk olie-staatje dat tussen de twee provincies van Maleisisch Borneo (Sarawak en Sabah) gekneld ligt. De heersende sultan is een tijd lang de rijkste man ter wereld geweest, maar die titel is hij helaas kwijt ondertussen. En dat zou wel eens iets te maken kunnen hebben met het feit dat zijn broer, nota bene de minister van financieen, het grootste deel van de staatskas zelf opgesoupeerd heeft. Nepotisme is dus ook niet alles!
Heel veel is er niet te zien, maar die paar uurtjes ter plaatse hebben we toch meer dan aangenaam kunnen vullen met een bezoek aan de grote moskee en twee zalige boottochtjes op de rivier. Die leidden ons langs Kampung Ayer (een grote stad op het water, met echt alles erop en eraan: scholen, tankstations, winkels,... You name it, they have it... op palen!), een mangrove waar je neusapen van boom tot boom kan zien springen en het paleis van de Sultan (een beetje een tegenvaller eigenlijk: dat ding is naar het schijnt fenomenaal groot en decadent, maar het is volledig omzoomd door bomen en dus zie je vanop de rivier en vanop de weg enkel een klein stukje. En binnen gaan in het domein is ook geen optie, want dat is maar drie dagen per jaar geopend).
De terugreis was korter dan de heenreis, maar zo mogelijk nog irritanter. De driver had dit keer geen gsm, zakken rijst en blikjes frisdrank bij om hier en daar om te ruilen, maar wel een (zijn??) vrouw. Jawadde, wat hebben wij ons aan dat duo geergerd. Onophoudelijk werd er over en weer gekwetterd op een onmenselijk trommelvlies-aantastend hoog en luid toontje!
Wouter stapte compleet opgefokt uit aan ons guesthouse, ik ben 'zen' gebleven. Ja ja, een mens reist om te onstpannen!;-)

Morgen vliegen we door naar Kuching. Tot snel voor meer nieuws en foto's (als het internet wat sneller gaat tgenminste)!
x

1 opmerking:

Liebie zei

Yoyoyow!

Heb ook eens zin om er op los te bloggen, dus dan doen we dat maar éh!
Even een update van thuis geven, in België is het op dit moment zo'n 28 graden, heel vreemd, het heeft te maken met de opwarming van de aarde zeggen ze, en dan kan het weer de andere dag 10 graden zijn... Zo wisselt dat maar af. Raar dinges hoor, zijt blij da ge weg zijt! Voor de rest is er niets spectaculairs gebeurd, enkel 2 bomaanslagen op 6 januari in centrum Brussel, volgens getuigen was het doel van de aanslag de drie koningen die op dat moment in Brussel de kerstboom kwamen afbreken. Paniek paniek... Blij dus da ge al vertrokken waart... Voor de rest niet veel aan de hand, ah ja, misschien wel dit nog... Omdat de solden in België geen goede start kenden hebben de winkeliers besloten om alles gratis weg te geven, Erika, ge had er bij moeten zijn!!! Immens!

Ik weet dat het altijd leuk is om nieuws van het thuisfront te horen, daarmee dat ik het jullie even vertel.

Zo te zien Borneoren jullie daar gezwind rond, ik zou zeggen, enjoy the feeling, want ge weet, you can't beat it éh...

Borneo lijkt me heel interesting, veel dieren en natuur, hou ik van... maar ja, 'k zal nog maar eens naar national geographic kijken, dan kan ik een beetje meepraten.

Ik moet trouwens niet zo lang meer wachten voor ik op reis vertrek... Hebben net naar Suriname geboekt van half april tot half mei. Benieuwd of er veel Surinaamse Tweelingen rondlopen... ;-) (manmanman)

Allé, lievekes, reis nog heel fijn en vertel er maar alles van als je terug bent!
En Wout, laat iets weten voor de 22ste éh!

Groepies

Liebie